Om vachtbeschadiging te voorkomen laten we de kattenvacht zoveel mogelijk intact. Met de vingers worden probleemzones: zoals oksels, liezen, dijen, buik en flanken gecontroleerd op klitten en vilt. Kleine klitten worden zoveel mogelijk met de combikam weggehaald. Is de vacht tot op de huid vervilt, dan is plaatselijk gebruik van de tondeuse noodzakelijk.

De overige vacht wordt doorgekamd, wat niet vervilt is hoeft niet geschoren of uitgedund (ontwold) te worden. Zo raakt de vachtcyclus niet verstoord en zal de rui (periode waarin je kat van vacht verandert) beperkt blijven.

Maak een afspraak